Skip to main content

Therapeutic Drug Monitoring (TDM) en doseringstabel Vancomycine

Bij continue infusie (=voorkeur):

  • Start met oplaaddosering van 20 mg/kg met een maximum van 2000mg ongeacht nierfunctie.
  • Bij een klaring <80 ml/min dient de onderhoudsdosering aangepast te worden. Zie doseertabel.
  • Vervolg met continue toediening direct na oplaaddosering.
  • Onderhoudsdosering:35 mg/kg/dag met een maximum van max. 3500 mg/dag. Doseringen worden op geleide van spiegels aangepast.
  • Patiënt wordt ingesteld op AUC (oppervlakte onder de curve) op basis van tussenspiegels. Zie onder aan de pagina ‘Aanvullende informatie’ over instellen op AUC.
  • Bij normale nierfunctie: afname tussenspiegel op 2e dag van de behandeling.
  • Bij patiënten met nierfunctiestoornissen dienen spiegels z.s.m. te worden afgenomen (topspiegel 1-2 uur na inlopen oplaaddosering).
  • Gedurende de gehele behandelduur zijn vervolgspiegels nodig. Frequentie is afhankelijk van de stabiliteit van de nierfunctie en op advies van de apotheek.
  • Ook in geval van een gewicht ≥100 kg worden de hierboven vermelde doseringen en maximale doseringen aangehouden. Bij twijfel en/of extreme afwijkingen is het advies om met de apotheek te overleggen. 

Doseringstabel vancomycine continu

Vancomycine doseertabel

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Bij intermitterende dosering volwassenen: 

  • Oplaaddosering 30 mg/kg met een maximum van 2000mg.    
  • Bij normale nierfunctie: vervolgdosering 2x daags 17,5 mg/kg te starten ongeveer 8-12 uur na oplaaddosering.         
  • Instellen gebeurt op basis van dalspiegels. Topspiegel alleen voor kinetische berekeningen, in principe éénmalig.
  • Bij normale nierfunctie:
    • Top- en dalspiegel 24-48 uur na oplaaddosering.
  • Bij verminderde nierfunctie:
    • Topspiegel na 1e gift en dalspiegel vóór 2e gift.
  • Topspiegel: 1-2 uur na inlopen infuus
  • Dalspiegel: vlak vóór volgende gift.
  • Advies wordt gebaseerd op berekende AUC.
  • Streefwaarden intermitterende toediening:
    • Topspiegel: (=1-2 uur na gift): 20-40 mg/L.
    • Dalspiegel (= vlak voor volgende gift): 10-20 mg/L.

 

Streefwaarden spiegels: 

  • Streefwaarde AUC:  400 - 600 mg*h/L.
  • Topspiegel bij intermitterende dosering 20-40 mg/L.
  • Dalspiegel (= vlak voor volgende gift) bij intermitterende dosering: 10-15 mg/L.

 

Doseringen bij dialyse: 

Zie Monografie Vancomycine kopje nierfunctievervangende therapie. 

 

Aanvullende informatie betreffende instellen op AUC:

Een AUC van  500 – 600 mg*h/L kan overwogen worden bij: 

  • IC patiënt
  • Neutropenie
  • Sepsis
  • Meningitis
  • Endocarditis
  • Osteomyelitis
  • Endophtalmitis
  • (Overige) biofilm geassocieerde infectie (Bijv. S. aureus / CNS)

Dit komt overeen met een spiegel bij continue infusie van ongeveer 21-25 mg/L. 

Een AUC van 400 – 500 mg*h/L is waarschijnlijk voldoende bij:  

  • Bacteriëmie zonder tekenen van sepsis en zonder verdenking op weefselinvasie en/of biofilm geassocieerde infectie.
  • Thuisbehandeling van een niet acuut zieke patiënt met andere indicaties dan bij de hoge streefwaarde vermeld staat.

Dit komt overeen met een spiegel bij continue infusie van ongeveer 17-21 mg/L.